Hermine – jas

ik ga op reis en neem mee mijn stekken boerenjasmijn, ook
genaamd Manteau d’Hermine. Een jas die ik zal koesteren
en met mij mee groeit in mijn Monnikenwerk te Wetsens.

Elise – haar

Gisteren besloot ik om de buxus, die vorig jaar niet had overleefd, te verwijderen. Veel meer doe ik tegenwoordig niet in mijn tuin, maar dat terzijde.
De dode buxus was helemaal bedekt met haagwinde, mooi, maar ik was vastbesloten, en zaagde vol goede moed de takken door. Ik legde het, samen met de haagwinde, naast me neer.
En ineens was het daar, een associatie:
Begin dit jaar scheurde ik een foto uit de lokale krant, het ging om een eeuwenoud haarboeket wat geschonken was aan het Openluchtmuseum in Warffum. Ik vond het prachtig, het werd destijds veelal gemaakt als rouw-en herinneringsobject. Dàt wil ik ook maken, maar dan van plantaardige materialen in de kerk van Saaxumhuizen!

Anjet – verlangen

Voor mijn studie las ik een paper. De auteur schrijft over het gedachtengoed van Michel de Certeau SJ, een theoloog uit de vorige eeuw. Hij zegt dat de essentie van het christendom bestaat uit de ervaring van het lege graf - de steen is weg, het graf is leeg, iemand is er niet meer. Zo ontstaat een verlangen. Het raakte me. Want gaat mijn monnikenwerk dit jaar niet ook daarover, dat iemand er niet meer is, of dat we dat denken, en dat we toch, nog steeds, verlangen naar ontferming? Ondertussen kloofde ik de steen - een oud stuk euville uit een gebouw ergens, via via gekocht, duurzame steen met een eerder leven.

Elise – tijd

'We zijn alweer een aantal weken verder en er gebeurt van alles in mijn hoofd.
Wilde ideeën waaien over, maar niets raakt nog dat sterke gevoel.
Ik voel me het meest verbonden wanneer ik door het weiland loop, en weet hier moet ik het zoeken.
Ik raap, zoals ik altijd doe, alles op wat mijn aandacht trekt.
Ik leg het naast elkaar, het zit er nog niet tussen, maar ik kom in de buurt.
De tijd zal het leren.'

Paula – plotseling

Plotseling ben ik ziek geworden en word ik geconfronteerd met mijn eigen lichamelijkheid. Ik moet mijn plannen voor Monnikenwerk bijstellen. En tegelijk ben mij nog bewuster van het onderwerp dat ik wil onderzoeken: het lichamelijke van het kerkgebouw. Mijn ziek-zijn speelt zich af in het absolute midden van mijn lichaam. Hoe bestaat het dat dit mij gebeurt nu ik bijna zover ben op zoek te gaan naar het absolute midden van het kerkgebouw van Losdorp.

Lisette – kan ik dat?

Stapels oude liedboeken haalde ik tevoorschijn die ik jaren geleden van een koster kreeg. Ze passen bij de verlatenheid van de kerk in Nijewier waar ik ga werken.
Mijn idee was de boeken te vermalen tot papierpulp om daarmee iets nieuws te scheppen. Ik loop ermee rond en voel een afkeer van het verscheuren van de boeken. Kan ik dat, het vernietigen van dierbare ervaringen van troost, vreugde en nog veel meer die met de boeken verbonden zijn? Ik weet het niet.